.
News Image

David Dehenauw reageert op kritiek van Vande Lanotte

David Dehenauw schrijft open brief aan Vande Lanotte.


David Dehenauw heeft zich zaterdagnamiddag goed geamuseerd. Hij schreef een open brief aan onder andere Johan Vande Lanottte. De burgemeester van Oostende was er vrijdag als de kippen bij om kritiek te uiten op de aankondiging van superstorm Dieter. Dat dankzij de voorstellingen van het KMI provinciegouverneur Carl Decaluwé een oproep deed om zeker niet naar de kust af te zakken, schoot bij Vande Lanotte in het verkeerde keelgat. De voorspellingen werden regelmatig bijgesteld maar vooral afgezwakt. Vande Lanotte gaf vrijdag aan dat de voorspellingen best wat acurater konden gebeuren. Maar hij gaf ook kritiek op de weermannen: die zouden het weer best zo goed mogelijk voorspellen. Die kritiek komt hard aan het David Dehenauw die al vele jaren de voorspellingen bij het KMI doet, samen met een professioneel team. Dehenauw gaf vrijdag in VTM NIEUWS al aan dat hij maar wat graag in gesprek ging met Vande Lanotte maar de weerman heeft niet gewacht tot er een persoonlijke uitnodiging van de Oostendse burgemeester komt.

David Dehenauw schreef zaterdag een open brief, een lange open brief zelfs. Goed voor bijna 3 A4-pagina's en maar liefst 2.109 woorden. David heeft flink zijn best gedaan, ook om de voorspellingen die gecommuniceerd werden te verklaren. Wij willen jullie die open brief niet onthouden.



Vrijdag 13 januari. Een belangrijke getijvoorspelling liep fout, gelukkig aan de veilige kant, maar fout. Niet de eerste keer dat een voorspelling minder goed is, het zal ook niet de laatste zijn. Kritiek komt er, niet van de minsten, en dat mag, dat moet. Uiteindelijk worden we er allemaal beter van, als we serieuze kritiek ter harte nemen en proberen om het bestaande te verbeteren. Ik ben een federaal ambtenaar, een KMI-er, en probeer dus een zo goed mogelijke dienstverlening aan iedere inwoner van dit land te geven mbt weersverwachtingen, steeds met de veiligheid van mens, dier en goederen in het achterhoofd. Gezien mijn bekendheid als weerpresentator, ben ik zeker onderhevig aan kritiek en dat vind ik normaal, ik kan er ook goed mee om. Comes with the job.



De situatie van gisteren doet me denken aan Witte Woensdag, een woensdag in februari 2010. Ook toen was een verwachting minder precies, een kleinere fout, maar met grote impact. Meer dan 1000 km file in de ochtendspits doordat sneeuwbuien 30 km meer oostwaarts gleden en de as Antwerpen-Brussel lamlegden in volle ochtendspits. Ik gaf meteen en spontaan via Belga toe dat de verwachting minder precies was (hetgeen me niet in dank werd afgenomen in eigen werkkring. Ik legde uit waarom, hoe en ook wat we kunnen doen ter verbetering. Ik probeer steeds een 'crisis' te gebruiken om de zaken beter te maken dan voorheen. Ik deed het ook met de Pukkelpop ramp (hoewel de voorspellingen toen niet slecht waren, beter kan altijd, zeker qua snelle communicatie : we hebben sindsdien uurlijkse KMI-waarschuwingen die snel tot bij media (radio) en bevolking terechtkomen bij een oranje of rood alarm). Ik werd in 2010 Lul van de week genoemd in een Vlaamse krant. Ik vond dat onterecht, belde zelf de krant (de enige keer dat ik ooit zoiets gedaan heb). Men toonde begrip voor mijn argumenten en bood mij een vrije tribune om me te verdedigen en vooral om enkele ideeën uit te schrijven om werk te maken van een betere communicatie, een betere/snellere respons bij wijzigende weerberichten én betere weersvoorspellingen. Dat laatste vergt meer tijd want zeer complex, het eerste kon sneller aangepakt worden. Ik werd door het kabinet Crevits, toen bevoegd voor mobiliteit uitgenodigd voor een gesprek en lag samen met velen aan de basis van het winteractieplan, dat nu nog steeds in voege is en een flinke verbetering is van de situatie voordien. Of hoe een punt van kritiek en mijn recht op verdediging een verbetering voor velen betekenden, omdat ik mee mocht werken aan een betere aanpak, die nogmaals, het werk van velen is. Ik zou nooit willen claimen dat ik daar doorslaggevend was ! Maar mijn bekendheid liet me wellicht toe om mee een duw aan de kar te geven.



Ik wil nu hetzelfde doen. Ik ga eerst uitleggen hoe we werken en wat er fout liep en waarom. In het begin van de week kregen we in het Oceanografisch Meteorologisch Station (OMS) resultaten van de getijmodellen die een kans gaven op een zeer hoog getij vrijdagnamiddag. Met Afdeling Kust van MDK, in wiens opdracht we daar werken, werd kontakt gelegd. Woensdag werd dit bevestigd en gaven de modellen 6m30 TAW als getij aan. Een getijmodel is een wiskundig model dat de waterstand bepaalt op basis van weersverwachtingen van vooral wind en luchdruk in de Noordzee en nabije delen van de Atlantische Oceaan en het Kanaal. Die waterstand verandert echter niet lineair, maar kwadratisch met de wind. Een kleine verandering van wind kan dus een grote verandering in getij veroorzaken. We weten dat goed, we merken het heel vaak. We werken dus met een veiligheidsmarge. We interpreteren ook. Als echter alle bronnen vrij dichtbij elkaar liggen, heb je het meeste kans op een goede verwachting indien je daar voldoende rekening mee houdt. Bij de Sinterklaasstorm van 2013 was het windveld in de Noordzee weinig veranderlijk en homogeen, en konden we consistente verwachtingen afleveren die uiteindelijk ook heel realistisch bleken. Dat was nu niet zo. De modellen schommelden tussen 6m en 6m30, het windveld was veranderlijk, vooral in timing. Eerst gaven ze het maximum windveld dichterbij het tijdstip van het hoogwater, met een maximale stuw van water naar onze kust. Later begonnen ze de sterkste wind later te laten arriveren in de zuidelijke Noordzee, met een daling van het namiddag getij en een stijging van het nacht hoogwater tot gevolg. Dat bleef doorgaan. We zakten van 6m30 +/- 20 cm woensdag tot 6m20 +/- 20 cm donderdagochtend, 6m donderdagavond en 5m60 +/- 20 cm vrijdagochtend. De dalende tendens was duidelijk en dit werd iedere keer goed gecommuniceerd, maar ik uiteraard ontgoocheld toen het maar 5m23 werd, wellicht doordat de wind 2 uur voor het hoogtij naar west draaide ipv westnoordwest te blijven en de weerkaarten ervan uitgingen dat het westnoordwest zou blijven (hoe meer noordwest, hoe groter de stuw van water naar onze kust). Ik dank trouwens Gouverneur Carl Decaluwé en administrateur-generaal van MDK voor de weeral uitstekende samenwerking. Meerdere keren per dag/avond was er overleg en uitwisseling van gegevens tussen hen en mezelf. Ook al viel het resultaat van dit ene getij tegen, de samenwerking kan niet beter zijn en is voor mij een voorbeeld van wisselwerking tussen een weerdienst en decisionmakers, waarbij de ene de taken en verantwoordelijkheden van de ander goed begrijpt en er naar handelt. Dat is hùn verdienste en hùn talent, want zij nemen het initiatief daartoe en hebben vertrouwen erin. Ook nu heb ik van beiden bedankingen gekregen en waren ze van oordeel dat we heel goed samengewerkt hebben. Met dergelijke toppers werken is een eer. Er werd binnen het zeer ervaren en heel gemotiveerd OMS-team maritieme weervoorspellers geanalyseerd, bediscussieerd, we hebben op mijn initiatief overleg gepleegd, iedere dag, met Météo France Rijsel en met het Nederlandse KNMI, teneinde een maximum aan inzicht en berekeningen te hebben. Ook deze instituten gaven voor Oostende vergelijkbare verwachtingen. Ik heb dat team bijna 20 jaar geleden samengesteld, mee helpen opleiden en werk er heel graag mee, ze zijn top en ik sta pal achter hen. Ik heb ook het laatste woord in dergelijke verwachtingen maar we maken die samen. Hun verwachtingen leest u op www.kustweerbericht.be. We hebben die snelle evoluties op de voet gevolgd en snel gecommuniceerd.



2 dagen voor het belangrijkste getij moesten de voorspellingen liefst vast liggen zodat alle preventiemaatregelen tijdig konden uitgevoerd worden. Met de Sinterklaasstorm van 2013 was dat zo, maar dat is niet steeds haalbaar. Dan wordt terecht gekozen om rekening te houden met het meest pessimistische scenario dat uit de voorspellingen komt. Anders handelen is een recept voor een catastrofe.



Nu blijken de burgemeester van Oostende, Johan Vande Lanotte (o.m. in VTM-Nieuws) en zijn voorganger, huidig schepen Jean Vandecasteele (in HLN) kritiek te hebben op de voorspellingen. Ik neem daar akte van en heb er deels begrip voor, zoals ik op VTM gisteren heb gezegd. Ik kan daar perfect mee leven, ben er ook niet ontgoocheld over, noch boos, mijn reactie was in VTM-NIEUWS zeer gematigd. Ik ben ten allen tijde bereid hen tekst en uitleg te geven, op een rustige, en serene wijze en te luisteren naar hun grieven, met respect. Een polemiek in de media met hen voeren interesseert me niet. Wat me vooral interesseert, is een verbetering van de service naar de bevolking en hoe ik daar, met alle actoren samen, een kleine steen kan toe bijdragen, rekening houdend met de beperkingen die weersvoorspellingen soms hebben. Ik heb ook respect voor gezagsdragers die verantwoordelijkheden hebben -die niet steeds evident zijn- en voor de belangen van hun stad, gewest of land opkomen. Ze zijn er door ons voor gemandateerd en doen hun werk. Ik heb in het verleden (en heden zoals ik eerder schreef) zeer goed gewerkt met een aantal onder hen.



Ik heb begrepen dat de burgemeester struikelde over de gevolgen van de weersvoorspellingen en zich afvroeg of men niet later kon beginnen aan het opzetten van de stormmuur op de dijk. Dat is niet mijn bevoegdheid en kan ik moeilijk over oordelen, maar de vraag is niet onlogisch. Sommige voorspellingen zijn soms betrouwbaar meerdere dagen vooraf, andere pas kort voordien. Dat zal altijd zo zijn, maar dat betekent niet dat de wetenschap geen vooruitgang boekt daarin, integendeel ! De meteorologische gemeenschap blijft daaraan verder werken en het is een belangrijke pijler van betere verwachtingen. Dat gaat niet van vandaag op morgen, net zoals men ook niet alle kankers plots kan genezen.



Moeten we enkel op die pijler werken en wachten tot de weermodellen beter worden ? Volgens mij niet.



Tijdens de discussies over het winteractieplan was dat ook niet de enige pijler. Er werd vooral ook werk gemaakt van een wendbare overheid die in geval van (plots) wijzigende voorspellingen bvb snel strooiwagens kon aansturen en snel de nieuwe weerberichten tot bij hen en de weggebruiker kon overbrengen. Misschien is dit nu ook mogelijk om de bestaande procedures ivm stormtij eens tegen het licht te houden en te bekijken of de responstijd van de overheid op (wijzigende) verwachtingen kan verkort worden, hetgeen bij wijzigende verwachtingen (die er altijd zullen zijn, ook al verbeteren ze) efficiëntiewinsten zou toelaten. Geef ik daarmee de hete aardappel door aan een ander beleidsniveau, aan het gewest, de provincie of de gemeenten ? Helemaal niet, de weerdienst kan en moet mee helpen denken. We kunnen maar vooruitgang boeken als er wederzijds begrip is voor elkaars taken en beperkingen, om dan te zien hoe we die best samen aanpakken. Tussen MDK en KMI is die samenwerking geoptimaliseerd door een samenwerkings-akkoord dat we in 2012 konden afsluiten tussen de Federale Staat en het Vlaams Gewest (het OMS is een onderdeel van het Vlaams Agentschap MDK en de voorspellers zijn federale KMI-ers, een mooi voorbeeld van samenwerkingsfederalisme) en in de beheerscommissie wordt dat ieder jaar verder verfijnd.



Ik denk dat het geen kwaad kan om de maritieme weerdienst, gekoppeld aan onze betrouwbare en bekwame partner MDK, onze voogdijminister, onze gouverneur, onze kustburgemeesters samen aan tafel te brengen en de koppen bij mekaar te steken om SAMEN te vechten TEGEN (super)STORMEN en NIET TEGEN ELKAAR en zodoende de bevolking maximaal te beschermen. Dat is wat de mensen van ons verwachten. Laten we wel wezen : er is al heel veel goeds gerealiseerd !! Ik denk aan het Masterplan Kust ter verdediging van de kust, de huisvesting van de maritieme weerdienst in het MRCC (Maritime Rescue Center of Kustwacht), zodat weerkundige waarschuwingen onmiddellijk kunnen omgeroepen worden naar de scheepvaart en naar de strand- of zeereddingsdiensten. Ik denk aan de snelle respons van de weerdienst, dag en nacht, bij rampen op zee, om search- en rescue-operaties van meteorologisch advies te voorzien en zovele zaken die ik vergeet of niet ken.



Misschien kunnen we nu een nieuw element eraan toevoegen ? Of ben ik te ambitieus ? Laat ons ambitie durven hebben.



Waren sommige maatregelen nodig in de betekenis dat indien ze er niet waren, de boel zou zijn ondergelopen ? Neen. Zijn die maatregelen dan onterecht genomen ? Ook hier is het antwoord duidelijk neen, want indien de voorspellingen zouden veranderd zijn naar nog hogere getijden ipv lagere, zou men met de huidige procedures te laat geweest zijn indien er woensdag niet mee gestart werd, met zware gevolgen.



Was dit dan weggegooid geld ? Zeker niet !!! De overheid houdt nu en dan terecht rampoefeningen, met meestal simulaties van rampen in normale omstandigheden. Ik beschouw deze episode als een oefening in reële omstandigheden (ook al viel het getij lager uit, al de rest was realistisch), wat nog steeds het beste is. Een oefening in reële omstandigheden kunnen doen is zeldzaam, laat ons met die ervaring iets aanvangen.



Samenwerken is de enige kans op succes in dergelijke interdisciplinaire materie.



Mag ik na Witte Woensdag en Pukkelpop, nu voor de derde keer (hoewel het geen ramp was) mijn bekendheid volop gebruiken om mee aan de kar te duwen ? Laat ons de kritiek ombuigen in meer samenwerking met nog beter resultaat ! Het zou tof zijn indien iemand van het zwaar kaliber (ik respecteer zijn kennis) van ex-vicepremier Vande Lanotte, mee zou helpen. Ik durf te denken dat hij dat ook zal doen. De weerdienst is alvast begonnen met een rapport op te stellen over het stormtij (vorige nacht heeft het waterpeil dan eindelijk het eerste alarmpeil overschreden).



Samenwerken is de enige kans op nog meer succes in dergelijke interdisciplinaire materie.



Ik wens tenslotte iedereen te danken die mij steunt en bemoedigende woorden heeft geschreven op mijn facebook pagina. Maar Minister Vande Lanotte is niet mijn vijand, noch mijn tegenstrever, ik ben immers geen politicus. Ik draag hem ook geen kwaad hart toe, zijn voorganger evenmin.



David Dehenauw