Toast Kannibaal - 7 (01/01/1970)

In Papua Nieuw Guinea blijft de vijftienjarige Sarah het moeilijk hebben met de primitieve leefomstandigheden. Nog steeds wil de stam haar koste wat het kost laten meehelpen met de dagelijkse klusjes, maar Sarah blijft weigeren. Papa Kurt stoort zich aan haar negatieve gedrag en vindt dat het tijd is voor een gesprek. In een nabijgelegen grot doen Sarah, Charlotte en Astrid een lugubere ontdekking. Ze vinden een skelet van een door de Pokaja’s opgepeuzeld lijk. In Ethiopië vangen de Mursi een klein hertje. Dierenvriend Parsifal wil niets liever dan het diertje redden. Maar dat is buiten de Mursi gerekend, die wel zin hebben in een heerlijk stukje vlees. Zij begrijpen dan ook niets van Parsifals woede-uitbarsting. Mama Hilde wordt onder handen genomen door de Mursi-vrouwen. Zij vinden dat het maar pover gesteld is met de hygiëne van hun blanke gaste, en onderwerpen haar aan een pijnlijk schoonheidsritueel… De Mursi vermoeden dat vader Johan behekst is door boze geesten. De medicijnvrouw neemt hem onder handen. In Ecuador zorgt een gigantische tarantula voor opschudding bij de familie Laseure. Jager Bai wordt ernstig ziek nadat een naburige stam een vloek over hem uitspreekt. Er wordt gevreesd voor zijn leven. Samen met de Huaorani waakt de familie Laseure bij zijn ziekbed, en tot overmaat van ramp ontstaat er brand in de hut.