Daens - 1

Aalst circa 1890. Adolf Daens keert na een conflict met zijn overste, bisschop Stillemans, terug naar zijn geboortestad Aalst, waar hij intrekt bij zijn broer Pieter, uitgever van ‘Het Land van Aalst’. De Aalsterse textielindustrie staat onder zware druk van de buitenlandse concurrentie. Directeur Borremans besluit de helft van het werkvolk te ontslaan. Een aanpak die kan rekenen op de steun van Charles Woeste, voorzitter van de Katholieke Partij, en baron de Béthune, vertrouwensman van Leopold II. De ontslagen komen hard aan. Dat merkt Daens als hij terecht komt in het gezin Scholliers waar de zeventienjarige Nett, na het ontslag van haar vader, moet instaan voor het gezinsinkomen. Daens reageert met een vlijmscherp artikel in de krant van zijn broer. De gebroeders Daens worden daarop beiden tot de orde geroepen door Charles Woeste. Adolf Daens verkeert in grote vertwijfeling: zijn geloof en overtuiging verplichten hem te reageren tegen de wantoestanden in Aalst, zijn priesterkleed verhindert hem te ageren. Hij zoekt steun bij pater Onckeleer, zijn mentor.