.
News Image

Weekendinterview met Niels Destadsbader

Ik heb bij VTM nog geen flops gehad. Gelukkig maar. Maar die komen op een dag heus wel.”


Niels Destadsbader is dit voorjaar niet van tv te slaan. Zopas startte op VTM de zoektocht naar nieuw Nederlandstalig zangtalent in The Band. Reeds begin april kennen we de vier heren die deze jongensgroep bevolken. “We zoeken geen gladde boysband”, vertelt Niels. “Het verschil met andere talentenjachten is dat we werk maken van een carrière na het programma. Mensen die The Voice winnen, kiezen in alle vrijheid zelf of en wanneer ze een single uitbrengen. Voor The Band zijn songschrijvers al aan de slag. Er moeten meerdere singles komen, en een zomertour. De groep mag niet in de vergetelheid belanden.”

Wie vrijdagavond keek, zag dat er al acht kerels doorgingen naar de volgende ronde. “Niet iedereen is even geschikt. De meeste kandidaten hebben sowieso muzikaal talent, maar we bekijken ook of ze in een groep kunnen functioneren. Ik treed zelf ook op met een band, dus ik weet hoe belangrijk het groepsgevoel is. Ook wil je geen vier dezelfde kerels.” Ook Niels zou de heren van muzikaal advies kunnen voorzien. Met zijn plaat Speeltijd scoorde hij de voorbije maanden een grote hit. “Het resultaat van jarenlang keihard werken. Speeltijd heeft al goud opgeleverd. Dat heeft thuis al een ereplek gekregen.”

Als de zoektocht naar The Band afgelopen is, heeft Niels een ander project om z’n tanden in te zetten. Ondanks magere cijfers in het voorjaar van 2016, zette VTM toch het licht op groen om nieuwe afleveringen van De Wensboom te maken. In dat programma bezoekt hij scholen over heel Vlaanderen en mogen kinderen van het derde tot zesde leerjaar hun wensen ophangen in een boom. Die wensen, niet voor de kinderen zelf maar altijd voor iemand anders, probeert Niels te realiseren. “De Wensboom is een programma waarvoor ik tijdens de opnames enorm op mijn hoede moet zijn”, vertelt Niels.

“Kinderen zijn niet altijd makkelijk om mee te werken. Op evidente vragen geven ze niet de meest logische antwoorden. Het komt erop neer om goed te anticiperen. Maar ik kan putten uit vijf jaar ervaring bij Ketnet. Ik heb daar het vak televisie onder de knie gekregen, maar ook hoe je met kinderen moet omgaan. Aangezien ik geen eigen kroost heb, was dat een perfecte leerschool. Al is er een groot verschil. Bij Ketnet was ik de blije wrapper die een kind wilde inspireren, terwijl ik bij De Wensboom vooral kinderen aan het woord laat en het luisterende oor ben.”

De wensen zijn bestemd voor ouders of grootouders. “Maar ik herinner me ook wensen voor hun pleegouders, de leerkracht of de poetsvrouw. Bovendien denken kinderen out of the box. Als volwassenen een wens doen, gaan we al snel iets materialistisch kiezen. Doe de test en je komt met wensen voor een wereldreis of een auto. Een kind kiest soms voor simpele dingen. Zo hadden we vorig jaar een meisje wier opa al jarenlang elke zondagochtend pistolets aan huis komt brengen. Dat meisje wilde hetzelfde doen bij haar grootvader. De blik van die opa was onbetaalbaar. Zoiets levert magnifieke televisie op.”

Deze zomer komt ook de nieuwe Kampioenenfilm er aan. De ploeg doet het rotslecht en voorzitter Boma beslist jong talent in Afrika te zoeken. “Een film kan je niet vergelijken met een tv-reeks. Alle beperkingen van televisie vallen weg. Als iedereen aanwezig is op een filmset, kom je aan ruim honderd mensen. Toch ietwat intimiderend. Ik betrapte me er bij de eerste Kampioenenfilm op dat ik zenuwachtig was. Dat heb ik anders nooit. We hanteren ook een andere stijl van acteren. Comedy is groots, zeker de speelstijl bij De Kampioenen. Maar op het witte doek moet je dat niet overdrijven.”

Meedoen in FC De Kampioenen was een droom voor Niels. “Ik ken de teksten van vele afleveringen uit het hoofd. Ik doe wedstrijdjes met Guga Baul, nog zo’n superfan. Ik stuur een quote, en hij maakt de zin af. Als kind schreef ik vaak in vriendenboekjes dat het mijn droom was om eens iets te mogen zeggen in die serie. Toen ik de rol had van Ronaldinho, ben ik met een foto uit mijn jeugd waarop ik poseerde met Marijn Devalck, naar de cast getrokken. Dat brak het ijs. Voor hen was het ook confronterend hoelang ze al bezig waren.

De carrière van Destadsbader zit sinds de overstap naar VTM in de lift, maar begon al tien jaar geleden. “Vooral mijn deelname aan Steracteur sterartiest gaf een boost. Ik herinner me daags voor de startaflevering. De security kende mij niet en ik werd de toegang ontzegd. Zo vernederend. (lacht). Maar een maand later kwamen er fans naar de studio. Vrienden zeggen mij: wat een leven heb je toch!'. Dat is zo. Maar als ik hen dan meeneem naar de set, valt het vaak tegen. Het is minder glitter en glamour dan je denkt. 'Je mag het hebben', klink het dan.

Destadsbader wist al kind al wat hij wou worden. “Toen ik 9 jaar was, zat ik als jonge toeschouwer in een zaalshow van Jacques Vermeire. Het fascineerde mij hoe hij in zijn eentje een bomvolle zaal kon amuseren. Op mijn vijftiende ontdekte ik de kunsthumaniora. Ik was altijd bij de eersten van de klas, maar voor het ingangsexamen van het conservatorium was ik plotseling niet geslaagd. Tja, een foute attitude. Zo van: 'ik zal er wel door zijn'. Toen heb ik voetbalschoenen een tijdje verkocht in een winkel. Dat gaf mij ego een flinke dreun. Maar het is goed gekomen.”

Zijn ouders hebben Niels altijd gesteund. “Ze hebben mij nooit verboden om mijn talenten te kunnen ontwikkelen. Maar dictie bijvoorbeeld, werd wel aangemoedigd. Mijn ouders vonden het belangrijk dat ik goed in woorden kon overbrengen wat ik voelde, en dat ik mooi praatte. Als West-Vlaming heb je immers al snel een accent.” Ondanks alle successen van de jongste tijd blijft Niels met de beide voeten op de grond. “Ik ben nu succesvol, maar ik besef ook dat de mediawereld erg onzeker is. Ik heb bij VTM nog geen flops gehad. Gelukkig maar. Maar die komen op een dag heus wel.”

Bio van Niels Destadsbader

Meer Over:

Niels Destadsbader